Waar het ooit heel onschuldig begon met praten tegen de plantjes, is het al heel lang niet zo onschuldig meer.

In de energetische wereld kun je overal mee communiceren en je kunt ook van heel veel gewaar zijn. En dat ziet er niet altijd heel licht en liefdevol uit.

Sterker nog: het kan donker, eng en angstaanjagend zijn.

Ooit schijn ik door mijn broer van de trap te zijn geduwd, maar ik ben ook eens, op de dag dat ik met een opleiding ‘communiceren met entiteiten’ begon, door een entiteit van de trap geduwd.

Ik heb tijdens een workshop weerwolven waargenomen. De deur naast mij stond open, waardoor ik ze vanuit het trapgat naar boven zag aan komen stormen. Ik heb toen de deur energetisch afgeschermd. Tijdens een andere workshop heb ik mijzelf energetisch afgeschermd, daar ik bij een deelnemer niet alleen demonische geluiden uit haar hoorde komen, maar ze ook voor mij kon zien.

Hiermee wil ik niet zeggen dat het alleen maar eng is, maar wel dat je soms op moet letten op wat er om je heen gebeurt en hoe jij je ergens bij voelt.

Ik was er altijd een beetje bang voor, maar ik weet nu ook dat entiteiten alleen een impact op je kunnen hebben als er een haakje is en meestal haken ze aan op stukken in jou die je nog niet volledig hebt aangekeken.

Deze stukken bevinden zich in het donker; je hebt je eigen licht er nog niet op geschenen.

Zodra je jouw eigen demonen aan gaat kijken, kan niks of niemand meer daarop aanhaken. Je bevrijdt jezelf. Letterlijk.

Bij een verslaving zie je het ook vaak gebeuren. Kijk daar maar eens wat er nog niet aan het licht is gekomen of wat je nog niet bent aangegaan. Waarschijnlijk werd er daarom ineens veel meer gesproken over schaduwwerk versus lichtwerk.

Uiteindelijk zijn we allemaal bezig met onze eigen weg naar het licht.

Een mooie reminder voor de donkere dagen die eraan zitten te komen.

P.S. Naast communiceren in de energie en fighting the dark shit, kun je mij nog steeds zien genieten in een restaurant of gek zien doen op een feestje met een wijntje of een glaasje appelsap met een rietje. Al zouden sommigen mij alleen al voor dat laatste in een gesticht plaatsen 😉